Wat is de Time Machine?

Algemeen
De Time Machine is een interactieve website met historische kaarten en informatie over huizen en hun voormalige eigenaren en bewoners van Friese steden en ‘vlekken’ uit de periode ca. 1750-1900. Ook zijn er van diverse steden oude ansichtkaarten en/of geveltekeningen te bekijken. Met de Google Streetview-functie en luchtfoto’s kan iedereen de gegevens daarbij interpreteren tegen de achtergrond van de hedendaagse omgeving.

In mei 2017 is als eerste stad Dokkum gepresenteerd. Deze vindt u via hisgis.nl. De nieuwe Time Machine is in de periode maart-april 2019 gelanceerd. Hierin vindt u momenteel de steden Leeuwarden, Sloten, Sneek en Franeker. Tevens zijn de vlekken Balk en Joure beschikbaar. Eind mei 2019 volgen de overige Friese steden.

Gebruik website
De Time Machine heeft diverse functies. Kies om te beginnen bovenin van welke stad u gegevens wil raadplegen. De site zoomt dan in naar die locatie.
-Op de kaart ziet u blauwe en groene punten. De blauwe punten bevatten data van personen en percelen.
-Bovenin vindt u een balk met jaartallen. Door op een jaartal te klikken verschijnen alle locaties waarvoor informatie uit dat jaar beschikbaar is.
-Als u klikt op een punt verschijnt er in het venster links een lijst met personen die in dat specifieke jaartal op die locatie geregistreerd stonden. Door te klikken op een naam ziet u gegevens over die persoon en uit welke historische bron deze informatie komt.
-Tevens ziet u in dat scherm de kadastrale perceelinformatie uit 1832 en 1877.
-Rechtsbovenin het scherm kunt u een gewenste achtergrondkaart selecteren.
-De Google Strietview-functie staat linksonderin, u gaat naar een locatie op de kaart door de ALT-toets ingedrukt te houden en te klikken op de kaart.
-Rechtsonderin kunt u een hedendaags adres zoeken.
-De ansichtkaart-functie en/of geveltekeningenfunctie vindt u linksbovenin.
-Rechtsboven ziet u een veld met namen waarin u mensen kunt zoeken. Dit kan momenteel alleen op achternaam. Binnenkort zal deze functie uitgebreid worden. Door te klikken op een naam zoomt u in naar de plek waar deze persoon in het vermelde jaartal geregistreerd stond.

Beschikbare gegevens*
Per stad verschilt welke gegevens uit historische bronnen beschikbaar zijn.

NB: EEN OVERZICHT VAN DE BESCHIKBARE BRONNEN (INCL. TOELICHTING) VOOR ANDERE STEDEN/VLEKKEN DAN LEEUWARDEN KOMEN Z.S.M. BESCHIKBAAR.

Voor Leeuwarden zijn dat:

Quotisatiekohier 1749                                      (Tresoar 5, inv. 6480)
Reëelkohier 1750                                             (Tresoar 5, inv. 4293)
Reëelkohier 1761                                             (Tresoar 5, inv. 4304)
Reëelkohier 1771                                             (Tresoar 5, inv. 4314)
Reëelkohier 1781                                             (Tresoar 5, inv. 4324)
Reëelkohier 1791                                             (Tresoar 5, inv. 4333)
Reëelkohier 1800                                             (HCL 1001, inv. 1240)
Reëelkohier 1805                                             (HCL 1001, inv. 1245)
Lantaarngeldkohieren 1809                             (HCL 1001, inv. 1174)
Lantaarngeldkohieren 1820                             (HCL 1002, inv. 2695)
Volkstelling 1829                                             (HCL 1002, inv. 4030)
Kadaster 1832                                                  (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Volkstelling 1839                                             (HCL 1002, inv. 4033-4034)
Herzien kadaster 1887                                     (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
*Tussen haakjes staat de archiefbewaarplaats.


Hieronder vindt u een toelichting op de beschikbare gegevens en bronnen.

Toelichting bronmateriaal
Quotisatie 1749
Ter vervanging van de impopulaire verbruiksheffingen introduceerde Friesland een evenredige quotisatiebelasting op de welstand van gezinnen. De eerste en tevens laatste registratie vond plaats in 1749. De quotisatie biedt een unieke momentopname van de welstand van de Friese bevolking halverwege de achttiende eeuw. Teneinde de personen te lokaliseren heeft de Fryske Akademy gepoogd zoveel mogelijk namen te verbinden aan gelijkluidende namen in het reëelkohier van 1750.

Beschikbare gegevens:
-Naam gezinshoofd.
-Beroep en beschrijving welstand.
-Getal kinderen onder de 12 jaar.
-Getal kinderen boven de 12 jaar.
-Persoonlijke aanslag en verhoging.
-Vermogen.

Reëelkohieren

In het gewest Friesland werd tussen 1713 en 1805 jaarlijks de reële goedschatting geheven, een belasting op de waarde van onroerend goed. De belastbare panden en percelen werden opgetekend in kohieren (grote leggers). Steden en dorpen waren daarin administratief onderverdeeld in espels (wijken). Voor Leeuwarden zijn alleen de espels van de historische binnenstad opgenomen.

Beschikbare gegevens:
-Espel en registratienummer huis.
-Naam eigenaar en hoofdbewoner(s).
-Huurwaarde van het huis (vermeld bij bewoners).
-Type gebouw.
-Eventuele opmerkingen.

Afkortingen espels Leeuwarden:
-KE   = Keimpema-espel
-ME   = Minnema-espel
-NOE = Noord Oldehove-espel
-OHE = Oost Hoekster-espel
-OKE = Oost Keimpema-espel
-OME = Oost Minnema-espel
-WHE = West Hoekster-espel
-WKE = West Keimpema-espel
-ZOE  = Zuid Oldehove-espel

Lantaarngeldkohieren
Sinds 1680 inde de stad Leeuwarden ‘lantaarngelden’ voor het onderhoud van de straatverlichting. Later kwam daar nog het brandspuit- en ratelaarsgeld bij. De berekening van de aanslag vond plaats op basis van de fiscale waarde van huizen. De geregistreerde gegevens zijn gelijk aan die van de reëelkohieren.

Beschikbare gegevens:
-Wijk en huisnummer.
-Naam eigenaar en hoofdbewoner(s) (1809) en enkel de hoofdbewoner(s) (1820).
-Huurwaarde van het huis (vermeld bij bewoners).
-Type gebouw.
-Eventuele opmerkingen.

Volkstellingen
Eind 1829 werd in Nederland voor het eerst een algemene volkstelling georganiseerd, die vervolgens elke tien jaar plaatsvond. Van ieder adres zijn alle bewoners en een aantal sociale, maatschappelijke en economische gegevens geregistreerd. Van de Leeuwarder volkstellingen uit 1829 en 1839 zijn zowel de binnenstad (wijken A t/m K) als de buitenwijken beschikbaar (L t/m O).

Beschikbare gegevens:
-Wijk en huisnummer.
-Naam geregistreerde.
-Leeftijd.
-Geboorteplaats.
-Link naar scan van de originele akte (alleen bij 1829).

Wijkregister 1843
De vele mutaties en de forse groei van het aantal panden in de vroege negentiende eeuw noopten Leeuwarden tot een herziening van de huisnummering, die plaatsvond onder gezag van stadsarchivaris Wopke Eekhoff in 1842-1843. De nieuwe nummering was overigens grotendeels een voortzetting van het bestaande systeem uit 1806. In het zogeheten wijkregister administreerde Leeuwarden in 1843 alle inwoners, alsook hun herkomst en verplaatsing.

Beschikbare gegevens:
-Link naar een scan van de originele akte.
-Wijk en huisnummer.
-Naam eigenaren panden (alleen de binnenstad).
-Naam bewoner(s) panden.
-Vermelding of persoon in kwestie weduwe is.
-Leeftijd.
-Geboorteplaats.
Alleen bij wijken A t/m K:
-Aantal kinderen.
-Middel van bestaan (beroep) en HISCO-code.
-Godsdienst.
-Lidmaat of niet.
Alleen bij wijken A en B:
-Sedert wanneer inwoner van Leeuwarden.
-Waar men de laatste vier jaar woonde.
-Domicilie van onderstand (en bij wie).
-Of hoofd van het huisgezin is aangeslagen in de stadsbelastingen.
-Wanneer uit de wijk vertrokken en waarheen.
-Aanmerkingen.

Kadaster 1832 en 1887:
Na jarenlage voorbereiding was in 1832 het kadaster een feit: een algemeen openbaar en uniform register voor onroerend goed. Van heel Nederland waren alle percelen en gebouwen op nauwkeurige kaarten (minuutplans) ingetekend en voorzien van een nummer (binnen een gemeentelijke sectie). De geregistreerde data diende als ijkpunt voor alle latere mutaties. In 1887 vond een grootschalige herziening plaats, waarvoor in Friesland een serie nieuwe kaarten (netteplans) werd opgeleverd.

Beschikbare gegevens (selectie):
-Sectie en perceelnummer.
-Eigenaar (incl. woonplaats en beroep).
-Artikelnummer OAT en/of legger.
-Inhoudsgrootte en oppervlakte.
-Klasse en type gebouw.
-Belastbaar inkomen.
-Opbrengst en fiscale waarde.

Beschikbare kaarten (selectie)*
-Blaeu 1649
-Knoop 1760
-Kadastraal minuutplan 1832
-Wijkkaarten 1843
-Kadastraal netteplan 1887
*De kadastrale kaarten zijn scans van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de Leeuwarden kaarten van het Historisch Centrum Leeuwarden en de overige kaartlagen zijn afkomstig van Linked Open Data-voorzieningen.

Historische ‘huisnummers’
In de historische bronnen zijn huizen en percelen niet eenduidig geadministreerd. Bij de gewestelijke reëelkohieren waren Friese steden en dorpen onderverdeeld in wijken, de zogeheten espels. Huizen werden daarbinnen doorlopend genummerd. Er was dus nog geen sprake van straatnamen, noch van een even-en-oneven-nummering. Diezelfde systematiek is toegepast toen het pas gestichte Koninkrijk Holland in 1806 een algemene huisnummering invoerde. Steden vervingen de namen van de espels door met letters aangeduide wijken (A, B, C, enz.). Deze huisnummering is voor het grootste gedeelte van de negentiende eeuw aangehouden. In Leeuwarden zijn de huisnummers in 1843 aangevuld en gedeeltelijk herzien. Bij de invoering van het kadaster in 1832 kregen alle percelen een nummer binnen een bepaalde sectie van de gemeente. Die nummers veranderden bij mutaties van het perceel.

Totstandkoming
De Time Machine is een verrijking van het historisch geografisch informatiesysteem HISGIS en onderdeel van het project Fryslân 1750-1900: personen en percelen. Het werk eraan is uitgevoerd door de Fryske Akademy in de periode 2015-2019 binnen het erfgoeddigitaliseringsprogramma Redbot van de provincie Fryslân. De presentaties vonden plaats in de periode maart-mei 2019. Bij de totstandkoming zijn onder meer het archiefinstellingen en lokale vrijwilligers betrokken geweest. Onder supervisie van projectleider Hans Mol was de Fryske Akademy verantwoordelijk voor het overnemen van huis- en persoonsgegevens uit de Leeuwarder reëelkohieren en lantaarngelden (Bram Boonstra) en kadastrale registraties (John Reeders, Karin van der Woude en Sigrid Kingma). De GIS-infrastructuur is opgebouwd door Johan Feikens en Thomas Vermaut. Vectorisatie van de percelen is verzorgd door Jamal Kotati (1832) en Tjacco Voskuilen (1887).

De publiekswebsite is gemaakt door Jan Hartmann. De data uit beide volkstellingen en het wijkregister zijn afkomstig van het Historisch Centrum Leeuwarden. Het quotisatiekohier is aangeleverd door Tresoar. De integratie van alle data is verzorgd door Mark Raat. Hij heeft daartoe de historische ID-nummers (zoals huis- en perceelnummers) van panden aan elkaar gekoppeld. Voor Leeuwarden hebben de vrijwilligers Henk Oly en Leo van der Laan geholpen bij het aanleggen van een huisnummerconcordans. Alle nummers zijn vervolgens verbonden aan zogeheten ‘locatiepunten’ op gegeorefereerde kaarten. De koppeling van huisnummers is zo zorgvuldig mogelijk verricht. Het is echter zaak in ogenschouw te nemen dat het verbinden van registraties altijd een momentopname is. De Fryske Akademy heeft nummers van de vermelde bronnen verbonden zoals die in dat geldende jaartal van registratie bekend stonden. Als basis voor de koppeling van panden uit de reëelkohieren en de lantaarngelden zijn de namen van eigenaren aangehouden, aangezien daar de minste fluctuatie in plaatsvond. Echter zijn ook andere referentiepunten als namen van bewoners of de huurwaarde van het pand gebruikt.

De koppeling van het oudste kadaster aan het wijkregister en de volkstellingen is gebaseerd op een vergelijking tussen de minuutplans van 1832 en de wijkkaarten van 1843. Hier is dus louter een ‘visuele’ koppeling aangelegd. De perceelnummers en -grenzen van het kadaster van 1887 zijn afzonderlijk ingetekend. De zogeheten locatiepunten waaraan alle huisnummers en personen zijn ‘aangehecht’ geven per definitie een locatie bij benadering. Als een nummer bij een specifiek huis hoort, dan is het locatiepunt binnen de getekende hoeken van een zeker huis of perceel geplaatst. Nummers waarvan de locatie niet met zekerheid te lokaliseren was, zijn verbonden aan centrale locaties op de kaart ‘niet-zijnde huizen’.

Betrokken vrijwilligers (van voorlopig gepresenteerde steden):

Dokkum: Piet de Haan
Leeuwarden: Henk Oly, Leo van der Laan
Balk: Johan Groenewoud
Franeker: Arjo Hillebrand, Gerard van der Heide en wijlen Henk Kreger
Joure en Sneek: Karel Gildemacher

Meer informatie
Huizenonderzoek

Bos, N.J.P.M. en R.C.J. van Maanen, Fiscale bronnen: structuur en onderzoeksmogelijkheden (Zutphen 1993).

Keverling Buisman, K. & E. Muller, Kadaster-gids. Gids voor raadpleging van hypothecaire en kadastrale archieven uit de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw ('s-Gravenhage 1979).

Nieuwland, Pieter, Friezen gezocht. Gids voor stamboomonderzoek in Friesland (Leeuwarden/Den Haag 2005).

Otten, G., ‘De huisnummering in de huidige gemeente Breda’, Jaarboek ‘de Oranjeboom’ 65 (2012) 11-167.

Raat, Mark, ‘Friesland en de landelijke invoering van huisnummers in 1806. Sleutels tot het verkrijgen, lokaliseren en integreren van historische bewonersinformatie’, De Vrije Fries 96 (2016) 39-60.

Tantner, Anton, House Numbers. Pictures of a Forgotten History (Londen 2015).

B.H. de Vries, Gids voor onderzoek naar de geschiedenis van onroerend goed in Fryslân (Leeuwarden 2003).

Leeuwarden

Oly, Henk, Leeuwarder straatnamen (Leeuwarden 2010).

Kunst, René, Inventaris van het Archief van de Stad Leeuwarden 1426-1811 (Leeuwarden 2012).

Verantwoording
Mark Raat, Fryske Akademy (27 februari 2019, herziening tekst: 18 april 2019)

Deze site zal eind mei aangevuld worden met diverse gegevens en data van Bolsward, Harlingen, Hindeloopen, IJlst, Stavoren en Workum. De reeds gepresenteerde data van Dokkum zal eveneens in de Time Machine opgenomen worden. Voor vragen en suggesties kunt u contact opnemen via hisgis@fryske-akademy.nl